dinsdag 17 maart 2009

Je kan hem nu ook bellen

God heeft in Nederland een telefoonnummer. Je krijgt echter direct zijn voice-mail, en ik heb nog niemand gehoord die teruggebeld werd of daadwerkelijk contact met hem kreeg. Ik begrijp ook wel waarom niet: ze hebben het verkeerde nummer opgegeven. Expres of per ongeluk, het nummer lijkt niet op het nummer wat ik heb. Je kan hem sowieso beter niet proberen te bellen, want hij neemt zijn telefoon vaak niet eens mee als hij op reis gaat. E-mailen is dan ook verstandiger, want God bekijkt elk uur zijn e-mail! Hij is ook zeer attent als het om afspraken gaat, zoals bij deze afzegging, welke hij ruim van te voren naar me had verstuurd. Daar kunnen sommige mensen nog wat van leren!

woensdag 4 maart 2009

Eeuwige momenten...


Ze stapt na mij de lift in, en ik zie tot mijn vreugde dat ze naar dezelfde etage gaat zodra ze op het knopje drukt. De deuren glijden dicht en mijn ogen glijden direct langs haar heen. Ik kan haar ruiken, de geur van haar vrouwelijkheid overweldigend en aanlokkelijk. Het lijkt wel alsof ze straalt, een halo boven haar gestalte, vleugels naast haar gedaante.

Zo dichtbij en toch zo ver weg! Ik voel me nietig in mijn zijn en voel alsof ik geen controle meer heb op de wereld. Hoe kan ik dit wereldse gift negeren, hoe kan ik mijn respect voor haar houden terwijl ik haar wil laat weten voor altijd in dit moment te willen leven?

Met een voorzichtige stap zet ik mezelf precies achter haar, en dat lijkt al teveel. Zo dichtbij en toch nog zo ver weg! Haren kietelen mijn neus, de vouwen van haar jas strelen mijn handen. Ik verlies de realiteit uit het oog, uit mijn denken. Ik hoef alleen maar mijn handen uit te steken en ik kan haar bevestigen... of de zeepbel laten barsten. Nietig zijn en blijven, of groeien tot een gigant dankzij haar kracht?

Ik kan niet weg kijken. Het is hier en nu. Durf, en leef.

Mijn handen raken de hare, ze voelt zo echt! Ik breng ze langzaam omhoog, voor haar lichaam, bekijk de streling op mijn ogen, de gratie van haar vingers, terugspelend op haar polsen, verdwijnend onder haar mouwen. Kruisend naar haar kraag, til ik haar jas op, laat hem zakken zodat hij van haar afglijd. Met een zucht zinkt het kledingstuk ineen, over mijn voeten, laat me steviger staan.

Zachtjes blaas ik in haar nek, maak cirkeltjes met mijn neus tegen haar wang, hou haar handen vast, draai achtjes met mijn duimen in haar palmen. Haar armen spreidend, vliegen we samen verder. Ze reikt naar achteren, haar handen in mijn nek, op mijn rug, gooit haar hoofd naar achteren, laat me in haar verdrinken, bijt zachtjes in haar oor, kus haar nek, terwijl mijn vingers spelend langs haar knoopjes glijden, haar vorm de ruimte gevende.

Ze voelt zo stevig, maar ook zo zacht, ze is zo heerlijk aanwezig! Satijnen huid, fluwelen streling, medicijn voor de ziel. Oneindige ontdekkingstocht, ik wil verdwalen, nooit meer gevonden worden. Haar nek, haar schouders, haar borsten, haar buik, haar rug, mijn horizon, mijn jungle.

De bel van de lift snoeit keihard door mijn delirium. De deuren zijn open voordat ik besef waar ik ben. Ze stapt uit, vervolgt haar weg.

Ik kan niet volgen. Realiteit komt langzaam terug, zoals de zee bij vloed over een beschreven strand. De deuren van de lift zijn weer dicht. De lift gaat nergens heen, wacht op een opdracht van zijn passagier.

Maar ik wil even nergens heen.